Normaal gesproken ben ik geen fan van de gulden middenweg, zeker niet als het op mijn dieren aankomt. Onlangs echter heb ik een keuze moeten maken die puur op papier de gulden middenweg leek, maar later toch echt de beste keuze bleek.
Om verschillende redenen vond ik dat Hippach er slecht bij stond op de pensionstal waar we in de zomer van 2017 naar toe zijn verhuisd. Ik vond dat de staleigenaren niet goed met hem omgingen. Ook was er geen overleg mogelijk om bepaalde omstandigheden voor Hippach te verbeteren. Dit ging zover dat ik merkte dat hij niet meer gelukkig was en ook kreeg hij klachten aan zijn gezondheid. Zijn weide lag laag en was daarom extreem nat. Daardoor kreeg hij een ontsteking aan zijn achterbeen. In deze droge zomer werd zijn weiland weer goed en heb ik hem daar laten bekomen. Intussen zocht ik naar een nieuwe plek en die vond ik.
Halverwege oktober heb ik mijn paard kunnen verhuizen naar de lang door mij begeerde paddock paradise. Wat ideaal leek, bleek later flink tegen te vallen. Een paddock paradise (PP) wordt vaak als een meer natuurlijke oplossing gezien voor het houden van paarden. Waar veel mensen echter aan voorbij gaan, is dat dit niet altijd zonder meer waar is.
Een van de vaak genoemde voordelen is het leven in kuddeverband, maar in de natuur werkt dit compleet anders. Het belangrijkste verschil is dat paarden in een familiegroep leven en niet een, oneerbiedig gezegd, bij elkaar geraapt clubje veelal ongesocialiseerde paarden. Onderling is dit vragen om problemen. Het kan natuurlijk goed gaan en het kan soms een tijdje nodig hebben, maar in ons geval ging het niet goed. Ondanks het feit dat Hippach heel rustig aan werd geïntroduceerd en ik daarbij allerlei voorzorgsmaatregelen had genomen zodat hij eerst een tijdje kennis kon maken, stond hij binnen de kortste keren buiten de paddock paradise omdat een van de ruinen hem met grof geweld het terrein af had gejaagd. Deze ruin had zich over een veulen ontfermd en bevocht fel iedere concurrentie. Hip gaf alle signalen om conflict te voorkomen en er was meer dan voldoende ruimte om conflict te vermijden, maar de ruin hield niet op. De eigenaresse van de ruin gaf helaas niet thuis en ik wilde Hip niet meer blootstellen aan dit soort risico’s. Na een grondige analyse van de situatie op basis van het zichtbare paardengedrag en de omstandigheden, ben ik zo snel mogelijk gaan nadenken over een andere plek. Intussen stond Hip apart met een Shet, gelukkig.
Zoals met alles in mijn leven volg ik ook bij Hippach altijd mijn intuïtie. Ik moet eerlijk bekennen dat ik deze keer niet goed had geluisterd. In de week vooraf aan de verhuizing voelde ik heel sterk dat ik de verhuizing niet moest doorzetten. Echter een pp leek zo ideaal… De positieve kant is natuurlijk dat ik mijn roze bril heb afgezet met betrekking tot paddock paradises. Ook dit is namelijk niet natuurlijk en niet in alle gevallen de beste optie. Het belangrijkste dat je voor je paard kunt doen, is een afweging maken van alle omstandigheden waar het betreffende paard (en ook jij als eigenaar mee te maken krijgt).
Met deze nieuwe inzichten ben ik opnieuw gaan kijken wat Hip nodig heeft. En vond al snel een plek met de volgende super plusplunten 🙂
– in de zomer 24/7 buiten;
– in de winter alleen ‘s avonds en ‘s nachts binnen in grote stallen van zo’n 3,5 x 5 meter;
– de stal heeft een luik naar buiten toe en Hip kan neuzen met zijn buurman;
– in plaats van alleen maar draaien, kan Hip nu zelfs lopen en liggen in zijn stal;
– buiten staan de paarden in kleine kuddes;
– er werd goed afgestemd welk groepje bij Hip past;
– absoluut onbeperkt ruwvoer (ook op stal), hier wordt de belofte waar gemaakt;
– de eigenaren wonen er en zijn goed bereikbaar, hebben veel oog voor het welzijn van paarden en denken mee in mogelijkheden;
– al bovengenoemde factoren zijn van essentieel belang, maar wat voor Hippach een wel heel grote helende factor is, is dat hij in de kudde is geplaatst bij zijn voormalige beste vriend. Paarden maken vriendschappen voor het leven en hebben in natuurlijke kuddes altijd één boezemvriend, de pair-bond genaamd. Zodra ze elkaar zagen, zaten ze weer als klitteband aan elkaar vast. Dit maakte voor Hippach de verhuizing wel heel makkelijk. Nu kan hij weer spelen, groomen en eten zij-aan-zij met zijn favoriete kleine paardje.
Het was een hectische tijd, maar eind goed al goed. Het is de moeite waard om kritisch te blijven in wat je wil voor je paard en daarbij 100% het belang van je paard voor ogen te houden. Zou ik nog steeds liever willen dat Hip nooit op stal hoeft? Ja in zekere zin wel ja, maar dat ik Hip het contact met zijn beste maatje van twee jaar geleden heb kunnen terug geven, is onbetaalbaar voor hem.
Hartelijke groet,
Merel Burggraaf